Esther de Hoon (44)

Ik ben nogal een alles of niets type, dus vol enthousiasme stapte ik in 2012 in een maatschap. Ik begon eerst als waarnemend huisarts en na een jaar stapte ik in de maatschap. Zwanger van de eerste, net geland in deze regio, koos ik er ook nog eens voor (overigens heel bewust) om me te vestigen in een complexe wijk.

De praktijk waar ik terecht kwam was zo’n echte SP-praktijk, vol met idealen. Wat ik daar leuk aan vind? De achterstandsproblematiek, het idee dat je echt van betekenis bent voor deze groep patiënten. Die zijn namelijk anders dan in een meer gemiddelde wijk.

De overname was er een volgens het boekje. Ik nam geleidelijk mijn plek in de praktijk in, de huisarts die met pensioen ging trok zich langzaam terug. Zo ben ik er min of meer vanzelf ingegroeid, dan ga je iedere keer een stapje verder. Na een jaar ben ik in de maatschap gestapt.

“Ik snap dat er beren op de weg zijn, maar ze zijn niet allemaal even reëel”

Zoals ik al zei, deze praktijk was een heel bewuste keuze. Het is een stadse praktijk met de diversiteit die daarbij hoort, maar vanwege de kleinschaligheid voelt het toch als het dorpse platteland. De bevlogenheid van de zorgverleners en praktijkmedewerkers, de uitdaging van de complexe problemen, het feit dat echt alles ingewikkelder is dan normaal, dat trekt me enorm aan. Het gaat me ook aan het hart dat er zo weinig oog is voor de problematiek bij juist deze populatie.

Eerlijk gezegd weet ik niet of ik vandaag dezelfde keuze zou maken. De zorg is zo uitgekleed, wij huisartsen zijn het laatste station waar mensen altijd kunnen aankloppen voor een oplossing. Dus als ze nergens anders meer terecht kunnen en andere loketten voor ze gesloten blijven. Ook het personeelstekort overal vind ik heftig. Maar juist met een eigen praktijk kun je samen met je team zoeken naar nieuwe oplossingen. En tegelijkertijd krijg ik onwijs veel energie van de continue zorg voor mijn eigen patiënten. Me er niet mee bemoeien is gewoon geen optie.

Ik snap de koudwatervrees wel, ik zie ook altijd beren op de weg. Maar ik ga op onderzoek uit, wat is dat voor beer, is hij reëel, zal ik hem wegjagen of moet hij juist binnenkomen? Je hebt echt veel op te lossen samen, dat gaat altijd door. Maar met goede afspraken en taakverdeling en het respecteren van elkaars wensen wat betreft werk en privé gaat dat prima.

Toon ook lef, durf keuzes te maken, ook als ze je geld kosten. Zet mensen in voor taken die je niet liggen of te veel tijd vergen. Vraag advies en ondersteuning. Je hoeft het echt niet alleen te doen.

Tegen stoppers zou ik willen zeggen: start op tijd met stoppen, maak de overgang voor iedereen zo soepel mogelijk. Humo kan je daar prima bij helpen.

En de starters? Waag de sprong, benoem je beren en praat daarover. Vaak blijken de beren minder beangstigend of aanwezig dan je denkt. En misschien mag je idealisme ook weer een woordje meespreken?