Kees van Moorsel (66)
Waarnemend huisarts
1987 - 1989
Praktijkhouder
1989 - 2021
Het vak is ongelooflijk veranderd, maar vooral ten goede. Het is professioneler geworden en er is meer onderbouwing voor wat we aan het doen zijn.
Ik ben natuurlijk van de oude garde en toen was alles anders. Maar echt niet per se beter. Ik studeerde begin jaren 80 af in Utrecht, de werkeloosheid was enorm. Er was een geweldig overschot aan huisartsen, we kwamen niet aan de bak. We zijn toen met jonge collega’s het eerste waarneemgroepje van Nederland gestart. Heel primitief, je liep met een pieper op zak en als die afging kon je via een speciaal telefoonnummer een antwoordapparaat afluisteren waarop een oproep was ingesproken. Zo belandde ik in Uden en daar ben ik gebleven. Puur toeval dus.
Ik startte als solist en ben later opgegaan in een HOED. Zo'n samenwerkingsverband was een lang gekoesterde wens. Je kan taken verdelen en makkelijk sparren met collega's. Het vraagt wel flexibiliteit en soms ook wat water bij de wijn. Maar per saldo is het veel fijner werken dan als solist.
Altijd al vond ik huisarts zijn een prachtig vak maar geen roeping. Het is een deel van mijn identiteit, meer zelfs dan die als echtgenoot of vader. Dat leeft bij mijn generatie meer dan bij de jongeren, dat begrijp ik wel. Wij werkten 60 - 70 uur per week en dat is niet zo heel gezond.
Ik begrijp de koudwatervrees van starters heel goed. Die vinden terecht 40 tot 45 uur per week werken genoeg. Want dat laat ruimte voor andere zaken, zowel vakinhoudelijk, bestuurlijk, als opleider of voor privézaken. Die ruimte moet er zijn, anders houd je het niet vol. Sta jezelf die ruimte dus toe, je mag dat ook van (toekomstige) collega’s verwachten.
Wat ook anders is: de wensen en voorkeuren van je partner. Mijn vrouw ging gewoon mee, dat was niet eens een punt van discussie. Tja, tijden veranderen hè.
Mijn tip? Aan zowel starters als stoppers, wees over en weer transparant over wat je verwacht en wenst. Leg meteen alles op tafel zodat je niet halverwege tegen een mismatch aanloopt.
En aan de stoppers: overweeg af te zien van goodwill. Dat heb ik ook heel bewust gedaan. Ik heb een goede pensioenvoorziening en wilde een starter niet opzadelen met een flinke schuld. Ik heb alleen de inventaris verkocht. Misschien niet heel erg zakelijk, maar ik vind het zuiver en het voelt heel goed. Beter nog, ik heb een opvolger gezocht die het beste past bij de achterblijvers en niet een hoogste bieder.