Diabetes mellitus type 2
Uit onderzoek blijkt dat vroegtijdige, goede diabeteszorg de kans op complicaties vermindert, en helpt om voluit te leven met diabetes. Humo zet zich in om goede diabeteszorg te faciliteren.
Lees meer over het zorgprogramma DM2
Contact
Heb je vragen over het zorgprogramma DM2? Neem dan contact met ons op:
Berichten
Stroomschema 'Diabetes in remissie'
Als de patiënt met diabetes mellitus type 2 een gezondere leefstijl aanneemt, kan de bloedglucose normaliseren en de diabetes in remissie gaan. Remissie is de situatie waarin de patiënt met diabetes type 2 langere tijd een normale bloedglucose heeft, zonder dat daar medicatie voor nodig is.
GLP1-agonisten weer meer beschikbaar
Het is weer mogelijk om nieuwe patienten met DM type 2 in te stellen op GLP1-agonisten.
Hoewel volgens het laatste bericht van het CBG de tekorten voorlopig aanhouden, blijkt uit informatie van het KNMP Farmanco dat er geen tekorten meer zijn aan liraglutide en dulaglutide.
- Het eerdere advies om geen nieuwe patiënten met DM type 2 in te stellen op GLP1-agonisten komt te vervallen omdat er geen tekorten meer zijn aan liraglutide en dulaglutide
- Schrijf GLP1-agonisten niet offlabel voor aan patiënten voor de indicatie obesitas.
Hitteplan medicatie
Bij dreigende uitdroging is het advies om te stoppen met een aantal medicijnen bij kwetsbare patiënten.
De apotheken in de regio geven daarom voorlichting richting de patiënten m.b.t. medicatiegebruik bij hitte. Het gaat om patiënten die boven de 70 zijn, een nierfunctiestoornis hebben en één of meer van de onderstaande medicijnen gebruiken:
- RAAS-remmers (ACE-remmers en angiotensinereceptorblokkers = ARB’s)
- Thiazidediuretica, kaliumsparende diuretica en lisdiuretica
- Metformine
- SGLT2-remmers
In de volgende situaties moet de patiënt opletten:
- Bij langer dan 5 dagen achter elkaar warmer dan 25°C, waarvan minimaal 3 dagen boven 30°C
- Bij meer dan 3x waterdunne diarree op een dag
- Bij meer dan 3x overgeven op een dag
- Bij langer dan 2 dagen koorts hoger dan 38,5°C
Meer informatie vind je in deze folder van de Nierstichting:
Doe mee met het programma diabetes zelfmanagement
Na een succesvolle pilot gaan we van start met de opschaling van zelfmanagement bij diabetes. Humo kan jouw praktijk ondersteunen bij het stimuleren van zelfmanagement bij diabetespatiënten.
Wat houdt het programma in?
De (VGZ-verzekerde) diabetespatiënt krijgt van de huisartsenpraktijk een glucosemeter en een bloeddrukmeter. Ook krijgt de patiënt uitleg over zelfmetingen en het digitaal doorgeven daarvan. De patiënt ontvangt zo de juiste handvatten, waardoor ééns per jaar fysiek op spreekuur komen in principe voldoende is. De patiënt ontvangt uiteraard meer zorg als dat nodig is. In tegenstelling tot de VVR-transitie blijft de diabetespatiënt in de ketenzorg.
Wat kan het jou opleveren? Bekijk het filmpje:
Wat houdt de ondersteuning van Humo in?
- Tijdens een praktijkbezoek geven we uitleg over de opschaling van zelfmanagement bij diabetes.
- Je ontvangt bloeddrukmeters en glucosemeters die je aan de deelnemende VGZ-verzekerde diabetespatiënt kunt uitreiken.
- Je ontvangt een handleiding voor de zorgverlener.
- Je ontvangt een voorraad patiëntenkaarten die je kunt meegeven aan deelnemende patiënten. Op de patiëntenkaart staat wat er van de patiënt wordt verwacht voor, tijdens en na de jaarlijkse controle.
Meld je aan
Ben je enthousiast geworden en wil je graag gebruik maken van onze ondersteuning? Klik op de button en meld jouw praktijk aan vóór 12 april. Mariëlle neemt dan contact met je op om een praktijkbezoek in te plannen.
Vragen?
Heb je nog vragen? Stuur ons gerust een e-mail (m.vangastel@humovoorhuisartsen.nl).
Demonstratiepennen beschikbaar via apotheek
Praktijkondersteuners en/of huisartsen die behoefte hebben aan demonstratiemateriaal voor injectiepennen (insuline of GLP1) kunnen deze bij de apotheek aanvragen. De apothekers in onze regio zijn hiervan op de hoogte.
Wanneer verwijzen naar de diabetische voetpoli?
Goede voetzorg bij diabetespatiënten is essentieel om amputaties van voet, teen of been te voorkomen. Door de jaarlijkse controles van de voeten van diabetespatiënten door de POH-S en de behandeling en monitoring van “probleemvoeten” door de podotherapeuten, voorkomen we veel ulcera en amputaties.
De plaatsen op de diabetische voetpoli zijn echter beperkt. We moeten dan ook voorkomen dat er foutieve verwijzingen plaatsvinden, zodat de wachttijden niet nodeloos oplopen.
Wat te doen als er een voetulcus bij een diabetespatiënt optreedt?
- Verwijs altijd met spoed naar de podotherapeut
- Verwijs naar diabetische voetpoli bij alle diabetespatiënten met:
- plantaire voetulcera;
- geïnfecteerde ulcera;
- diepe ulcera;
- niet-plantaire ulcera die na 2 weken geen genezingstendens vertonen;
- en ulcera bij patiënten met perifeer vaatlijden diabetes.
Wanneer NIET verwijzen naar de diabetische voetpoli?
- patiënten die GEEN diabetes hebben
- ingegroeide nagel
- likdoorn
- ulcus zonder DM
- ulcus boven de enkel
Bovenstaande klachten kunnen wel doorgestuurd worden naar de podotherapeut.
Een patiënt zonder diabetes maar wel met een ulcus en vaatlijden kan naar de vaatpoli van de chirurg gestuurd worden.
Twijfel?
Twijfel je of het om een voetulcus gaat, stuur de patiënt dan naar de podotherapeut, deze heeft veel expertise in het beoordelen en behandelen van voetulcera.
Samenwerking tussen POH en podotherapeut
Een diabetespatiënt met een verhoogd risico (Sims 1 of hoger) blijft onder behandeling van de podotherapeut ter preventie van een recidief.
Via de berichtenbox van Coordinate kan er eenvoudig en beveiligd mailcontact plaatsvinden tussen de podotherapeut en de POH. Gebruik deze functie, op deze manier kan er laagdrempelig en snel contact zijn.
Meer informatie
Sandra Verhagen, podotherapeut
Hester van Doorninck, kaderarts Diabetes Humo voor huisartsen
Leerpunten thema-avond Langerhans
Op 11 april heeft de thema-avond Langerhans plaatsgevonden. Via deze link vind je de belangrijkste leerpunten op een rij.
Oraal semaglutide
Oraal semaglutide heeft geen plaats in de behandeling van DM2 bij patiënten met een zeer hoog risico op hart-/vaatziekten.
Rybelsus (de orale semaglutide) heeft de volgende nadelen:
- Onhandige inname: Patiënten moeten oraal semaglutide innemen op nuchtere maag. Na inname moeten ze minimaal 30 minuten wachten met eten, drinken of het innemen van andere orale geneesmiddelen.
- Het is per patiënt zeer wisselend hoe Rybelsus wordt opgenomen.
- En het grootste nadeel: geen effect op micro- en macrovasculaire complicaties en mortaliteit
Toelichting
Oraal semaglutide geeft geen lager risico op macrovasculaire complicaties en mortaliteit dan placebo bij patiënten met een hoog risico op cardiovasculaire aandoeningen. Dit is onderzocht in de PIONEER-6-studie. Het primaire eindpunt was een combinatie van cardiovasculaire sterfte, niet-fataal myocardinfarct en niet-fatale beroerte.
Het effect van oraal semaglutide op microvasculaire complicaties is niet bekend.
Oraal semaglutide heeft dan ook geen plaats in de behandeling van DM2 bij patiënten met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten.
Vragen
Heb je een vraag hierover, neem dan contact op met Hester van Doorninck, kaderhuisarts diabetes: